Onze Congregatie wereldwijd
De geschiedenis van de Congregatie is bescheiden begonnen in de afgelegen streek van de Cévennes in Frankrijk, waar haar Stichters en eerste leden vandaan kwamen, met het oog op een toch wel bijzondere missie in Bulgarije.
Maar wat is er gebeurd gedurende deze voorbije anderhalve eeuw? In het begin van deze eeuw , ook al blijft het Moederhuis van de Congregatie in Nîmes en het Generaal Huis in Parijs, komen de roepingen niet meer alleen uit Frankrijk en de Congregatie werd ver buiten Bulgarije en het Oosten uitgezaaid. Stilaan heeft ze zich geopend voor Afrika, heeft zich gevestigd in Latijns Amerika, nu ook in Azië, en is ze uiteindelijk internationaal geworden, verspreid over een twintigtal landen.
Natuurlijk gaat de geschiedenis van de Oblaten samen met de geschiedenis van heel de Kerk, die zich ziet verouderen in Europa. De Congregatie is daar verplicht huizen te sluiten bij gebrek aan roepingen en terzelfdertijd maakt ze een opbloei van roepingen mee in andere delen van de wereld. Maar is deze wereldwijde vlucht ook niet het mooiste bewijs van de trouw aan de missionaire geest van de Stichters? “Mijn dochter, u zult over de zeeën trekken!”.
Op dit ogenblik is de Generale Overste niet van Franse oorsprong, Zuster Felicia Ghiorgies is Roemeense. En sinds een aantal jaren is de Generale Raad samengesteld uit zusters van verschillende werelddelen: Europa, Afrika, Azië. Een van de novicemeesteressen is uit Congo naar Frankrijk gekomen, de novicen worden uitgenodigd stages te doen in het buitenland….. Internationaliteit, intercontinentaliteit, interculturaliteit, het zijn allemaal trekken die eer brengen aan een stichter met een ruime geest, open voor de noden van een katholieke, en dus universele kerk.

In het Oosten:
Helemaal in het begin van hun geschiedenis was het de Oblaten er inderdaad om te doen naar Bulgarije toe te gaan. Al heel vlug bleek echter, dat ze meer algemeen naar het Oosten moesten gaan, overal waar het nuttig zou zijn. Het was de bedoeling vooral scholen toe te vertrouwen aan de Oblaten, maar ze werden geconfronteerd met heel wat beproevingen, namelijk een hele reeks van oorlogen en epidemieën.
Tijdens deze oorlogen laten de Oblaten spontaan hun huizen en scholen over aan gewonden, zieken en vluchtelingen en ze vangen verlaten kinderen op. Het is voor hen het begin van een nieuw apostolaatsveld, met het oprichten van dispensaria, weeshuizen en ziekenhuizen. Te midden van de bevolking vallen ze samen met hen ten prooi aan hongersnood en epidemieën, en ze sloven zich uit om hulp te bieden. De onvermoeibare toewijding, die de Oblaten gedurende deze oorlog aan de dag leggen, brengt ongetwijfeld mee dat ze nieuwe plaatselijke roepingen zien ontstaan en het is ook de gelegenheid voor een toenadering tot de Orthodoxe kerken. In deze periode telt de Congregatie ongeveer 250 leden in de landen van de Oosterse Missie. Onder hen komen er 120 uit Frankrijk en 130 komen uit Griekenland, Armenië, Roemenië, Turkije, Servië en Kroatië.
In 1922 is het de Grieks-Turkse oorlog. Opnieuw worden de scholen van de Oblaten schuilplaatsen, en 15.000 Griekse vluchtelingen worden in grote ellende opgevangen. De zusters gaan de zieken verzorgen die getroffen zijn door tyfus. Ook 2 zusters komen hieraan te overlijden. Wanneer de Oblaten uit het Oosten verjaagd worden door de brutale uitwijzing die volgt op het verdrag van Lausanne, gaan ze naar een dichter nabij Oosten: Joegoslavië en Roemenië , waar ze aankomen in 1925 en gevraagd worden om samen te werken met de Religieuzen Assumptionisten.
Maar vanaf 1948 wacht hen een langdurige beproeving; het communistische regime. Zusters zijn genoodzaakt zich te verspreiden, sommigen worden gevangen gezet en ze blijven clandestien aanwezig. Na de val van het ijzeren gordijn in 1989 leeft de Roemeense provincie weer op en kent ze een toevloed van lokale roepingen. In 1992 wordt een noviciaat geopend in Roemenië en ook zien nieuwe gemeenschappen het licht in Moldavië en Transsylvanië. Vanaf 1993 richten de Oblaten weer stichtingen op in Bulgarije, in Plovdiv, en maken ze plannen om zich in Moskou te vestigen, plaatsen die ze lang geleden verlaten hadden.

In Europa
In de eerste jaren van de stichting tekenen zich duidelijk twee grote lijnen af voor de Oblaten van de Assumptie: van de ene kant staat hun wieg in Frankrijk en van de andere kant is hun “buitenlands missiegebied” uitsluitend in het Oosten. In Frankrijk liggen hun wortels, naast hun noviciaat en veelvuldige opvoedingswerken, de samenwerking met de Paters Assumptionisten, leren ze ook het vak van de dagelijkse pers, door het uitgeven van het dagblad “la Croix’ bij Bayard Presse.
Maar ook in Frankrijk worden de religieuzen uitgedreven ten gevolge van de antiklerikale wetten van 1901. De Generale Overste laat de communiteit van de zusters van Nîmes overbrengen naar Bramois, in Zwitserland. Een andere groep zendt ze naar Florence in Italië en andere zusters gaan naar drie huizen in Armenië en ook naar België, waar reeds een communiteit was in Marchienne-au-Pont. Tenslotte zendt ze in 1903 enkele zusters van het Belgische huis naar Roermond in Nederland. Dit is het begin van een vruchtbare missie in ons land.
In 1903 wordt er een stichting in Engeland opgezet. Op alle plaatsen ontwikkelen de Oblaten educatieve, sociale en pastorale werken. Op verzoek van de Paters Assumptionisten van Worcester, Boston (USA) in 1956 openen ze een gemeenschap in dienst van het College voor hogere studies. Ten gevolge van de ontwikkeling van het apostolaat van de zusters op veel gebieden, hangen de gemeenschappen van de USA af van de Nederlandse Provincie. Zij blijven daar tot 1977.
In 1969 wordt in Armag, Noord-Ierland, een huis geopend op verzoek van kardinaal Conway, maar het experiment is van korte duur: in de herfst van 1972 zien de zusters barricaden oprichten voor hun klooster en in dit klimaat van onveiligheid gebiedt de overste hen de streek te verlaten. Ze moeten wachten tot 1983 voor de Ierse missie herneemt, deze keer in Zuid-Ierland, niet ver van Dublin.

In Afrika

In 1935 wordt in Belgisch Congo, de post van Beni gesticht. Dit is het begin van de vestiging van de Oblaten in Afrika, waar ze zich bij hun broer Assumptionisten voegen. Deze hadden graag zusters aan hun zijde, met het oog op de vorming van de Afrikaanse vrouw. Om zich op deze verre en veeleisende missie voor te bereiden, volgen twee Oblaten de cursus van tropische geneeskunde in Rijsel en de toekomstige missionarissen spannen zich in om de inlandse taal te leren. Vanaf hun eerste dagen in Beni brengt men bij de zusters pasgeboren weeskinderen en zo ontstaat een weeshuis. Dan komt een lagere school, een dispensarium, een materniteit en een naaiatelier. Ten gevolge van deze apostolische ontwikkeling wordt in 1938 een tweede gemeenschap geopend in Manguredjipa.
In Belgisch Congo leveren de Oblaten eerst hun kostbare bijdrage op het gebied van de vorming en de emancipatie van de vrouw. In ditzelfde perspectief besluit de overste in 1940 een nieuw huis te openen in Muhangi Sainte-Marie, waar de Oblaten zich zullen bezig houden met de vorming van jonge Afrikaanse vrouwen en zich ten dienste zullen stellen van verwaarloosde melaatsen.
In maart 1948 vestigen de Oblaten zich in Bunyuka, waarheen het weeshuis van Manguredjipa overgebracht wordt. In datzelfde jaar krijgen de zusters toestemming van Rome om een nieuwe diocesane congregatie van eigenlandse zusters op te richten onder de naam Kleine Zusters van O.L.Vrouw Presentatie. Deze stichting is een groot succes. Het aantal leden groeide snel, evenals het aantal vestigingen en in 1959 kregen de zusters Oblaten toestemming om Congolese kandidaten in hun congregatie op te nemen. Eerst worden de novicen voor hun vorming naar België gezonden en in 1969 wordt een noviciaat in Congo geopend.
Door de opstand in 1964 zijn de Oblaten genoodzaakt Belgisch Congo te verlaten en keren er enkele jaren later terug. In de jaren 70 telt de missie in Congo ongeveer 40 leden, verspreid over acht huizen. De Congolese zusters worden missionarissen in ander landen van Afrika, zoals Ivoorkust en Rwanda. Later worden Tanzania en Burkina-Faso ook missieland en hierna ook nog Tunesië, Oeganda, Gabon en Kenia.

In Latijns-Amerika
Net zoals het geval was in Afrika, wenden de Oblaten zich naar Latijns-Amerika om de oproep van de kerk te beantwoorden, die vaak doorgegeven werd door bisschoppen van de Assumptionisten. Maar vreemd genoeg zijn de eerste vestigingen op het Latijns-Amerikaanse continent vrij lat gekomen, want ze dateren uit het midden van de 20e eeuw.
De eerste missie in Zuid-Amerika bevindt zich in Brazilië, in 1964: de bisschop van Jales vraagt om hulp op het gebied van gezondheidszorg en later in de catechese en de vorming van pastorale werkers. Nederlands en Franse zusters worden naar Brazilië gezonden.
Daarna worden andere stichtingen geopend, in Sante Fe do Sul, dan Andradas en Campinas en in 1993 naar Tapuá, in de Amazone. Hier wijden ze zich aan de dienst van de meest verlaten streken en doen dit soms op een manier die even origineel als gedurfd is. Enkele jaren later wordt ook in Manaus, hoofdstad van Amazone, een huis geopend.
Vanuit Brazilië vestigen de zusters zich ook in Chili, waar zij van 1980 tot 2007 blijven. Ook in Paraguay werd in 2007 een stichting gedaan, voortkomende uit contacten tussen priesters van Paraguay die in Rome kwamen studeren en de Oblaten van Italië. De stichting werd op gang gebracht door Braziliaanse en Italiaanse zusters, met het idee zich in te schakelen in de basisgemeenschappen van het land en jonge meisjes te helpen in het zoeken naar hun roeping.

In Azië
Vanaf 1985 zijn de Oblaten werkzaam in Zuid-Korea, waar ze met twee zusters zijn gestart en allereerst parochiewerk hebben gedaan. Na enkele maanden wordt er een noviciaat geopend en in 1990 wordt er een tweede huis gesticht, waar de zorg voor ouderen op zich genomen wordt. In 1999 komt er een vestiging in Seoul, waar ze samenwerken met de parochie.
Een poosje later denken de Oblaten eraan, zich in Vietnam te vestigen, waar de paters Assumptionisten hen al enkele jaren zijn voorgegaan. Via een bekende pater worden er contacten gelegd met meisjes die het leven van de Oblaten willen leren kennen en zij worden uitgenodigd om in Frankrijk hun initiatie in het religieuze leven te beginnen. In 2009 start de officiële stichting in Ho Chi Minhstad en begint de vorming in Vietnam, waar in 2014 het noviciaat geopend wordt.
Dankzij initiatieven van de Oblaten en door voorzienige omstandigheden komt China naar de Oblaten. Er wordt in 2010 op de Filippijnen in Manilla een gemeenschap geopend om de eerste roepingen uit China te ontvangen en te vormen. Uiteindelijk wordt in 2013 een eerste gemeenschap geopend en in 2014 een tweede.
Men beseft goed dat de Oblaten in Azië nog aan de dageraad van een nieuw missionair avontuur staan.