Wie zijn de familie van de Oblaten?

Zoals op de algemene website van de Zusters Oblaten te lezen staat lijkt de Familie van de Assumptie op een grote boom geboren uit de brandende ijver van verschillende grondleggers voor de komst van het Koninkrijk van God en “geïrrigeerd door het sap van Augustinus”.

Naast onze eigen congregatie kennen wij nog 4 andere takken, waarvan alleen de Paters Assumptionisten ook bekend en actief zijn in Nederland.

Pater d’Alzon, diocesane priester sinds 1834, en geestelijk directeur van Moeder Marie-Eugénie in 1841, stichtte in 1845 de Augustijnen van de Assumptie. Hij wilde een religieus gezin dat zowel modern als geworteld was in de traditie, dat wil zeggen, gevoelig in alle tijden voor de grote oorzaken van God en de mens. De Assumptionisten worden geroepen om de drie grote uitdagingen van religieuze onverschilligheid, verdeeldheid en onrecht tegemoet te treden. De activiteiten van de Assumptie gaan van theologisch onderzoek tot verre zending, met een echte aandacht voor de oosterse kerken, de zoektocht naar eenheid, roepingen voor de dienst aan de kerk en de communicatie van de christelijke boodschap door de kerk. sociale actie en de media.
De Assumptionisten kwamen in 1900-1901 naar Nederland toe vanwege vijandige maatregelen van de Franse regering, die het (missie-)werk van deze congregatie ernstig hinderde. Met de leuze van deze orde Adveniat Regnum Tuum ( Uw Rijk Kome) werd de wereld in getrokken. Het Noviciaat van de Assumptionisten werd van Parijs overgebracht naar Kasteel Gemert. Ook in het nabije België meldden zich Nederlandse jonge mannen aan als novice van deze destijds tamelijk onbekende congregatie in de lage landen.

Vanaf 1915 vestigden de Paters Assumptionisten zich op Kasteel Stapelen in Boxtel. Het kasteel ging dienen als kleinseminarie. Ook de paters vertrokken naar diverse missiegebieden en vormen op alle continenten actieve missiegebieden wereldwijd. Ook dichter bij huis werden en worden veel taken vervuld zoals in het pastoraat, het onderwijs en gezondheidszorg. Ook deze congregatie is in Nederland vanwege de hoge leeftijd van de paters in aantal kleiner aan het worden, maar door leken met religieuze belangstelling wordt het gedachtegoed doorgegeven en gaat niet verloren.

De eerste congregatie die werd opgericht waren “De Religieuzen van de Assumptie”. Dit was in 1839, door Moeder Marie-Eugenie van Jesus Milleret (heilig verklaard in juni 2007 door paus Benedictus XVI) en Vader Combalot, een diocesane priester uit Grenoble. “Aanbidden en opvoeden” zijn de twee leuzen van de Religieuzen van de Assumptie. Hun levensvorm maakt plaats voor persoonlijk en liturgisch gebed, om samen te leven tussen zussen en voor de missie van het onderwijs. Hun missie is in de eerste plaats om jonge mensen, gezinnen en menselijke en christelijke vorming te dienen.
Zij zijn niet werkzaam in Nederland.

In juli 1865 werd door pater Pernet, een Assumptie-expert van de eerste generatie, de congregatie van de Kleine Zusters van de Assumptie gesticht. Zij hadden toen een speciale missie voor de armen, de arbeiders en hun gezinnen, inclusief gratis thuiszorg voor zieken.

De Oranten van de Assumptie werd in 1896 in Parijs opgericht door pater Picard, om te bidden voor de werken van de Assumptie. Hij wilde voor de zusters een leven in gebed, in zusterlijk leven en aandacht voor de behoeften van tijd en mensen.

Alle families van de Assumptie, van de Augustijnse spiritualiteit, proberen in gemeenschap deze raad van St. Augustinus te leven:

“Om één ziel en één hart naar God te laten keren. ”

De Lekengemeenschap

In ons dagelijks leven en in onze missies werken wij als Oblaten veel met leken ( niet- religieuzen) samen. Zij kunnen ervoor kiezen om onze spiritualiteit en / of onze missie te delen, alleen of als koppel, man of vrouw: zij zijn de leken-medewerkers.

In Nederland heeft er een lekengemeenschap bestaan van 1994 tot 2016 , zij heette de d’Alzongemeenschap en waren vooral actief in Zwolle, Nijverdal en Boxtel. Zij bestond ooit uit 30 leden, overwegend vrouwen in de leeftijd van 40-75 jaar. Maandelijks kwamen ze bij elkaar om zich te bezinnen op een bepaald thema. De dag werd geleid door een zuster of een van de leden en afgesloten met een gebeds- of eucharistieviering. De leden beschikten over een richtsnoer voor het dagelijks leven: “Kleine spiritualiteit voor alledag” geschreven door Assumptionist H. Andriessen. Deze leidraad is gebaseerd op de bijbel en op de regel van Augustinus. De leden streven ernaar zich dagelijks te wijden aan geestelijke verdieping en bezinning en proberen ruim aandacht te schenken aan de liturgie. Het gaat niet om herhaling van het verleden maar om het doorborduren op de grote thema’s die er in voorkomen en dat in de gewone situaties van het dagelijkse leven. Wie zich daartoe uitgenodigd voelt, kan de toetreding tot de gemeenschap bevestigen door een belofte. Op het generale kapittel van 1999 werd de d’Alzongemeenschap door de congregatie erkend. De Nederlandse provincie van de zusters Oblaten was daarmee de eerst met een geassocieerde lekengemeenschap.
Met het sluiten van de communiteiten aldaar en het ouder worden van de leden, is deze d’Alzongemeenschap langzaam opgehouden met bij elkaar komen maar niet opgeheven.